De onschuld van het lichaam

Bij de Toespraak v/d maand juli 2023

Rien in Maarssen, 26 juni 2011

Bij mooi weer, een zachte wind, geen regen, licht bewolkt en een niet al te hoge temperatuur, is het heerlijk fietsen in Waterland. Vaak fiets ik naar Broek in Waterland of Monnickendam. Maar ook naar Holysloot, het Schoolhuis of het Theehuis in Zuiderwoude. In Broek in Waterland neem ik een kop soep of een kop koffie bij de Wiitte Swaen. Tenminste als op het terras een plek is. Want alleen naar binnen gaan, lukt niet. De stoep is te hoog. De deur staat open, maar voor mij is hij dicht. Naar de wc gaan, zit er ook niet in. Dus moet ik me thuis een luier omgespen. Voor het Schoolhuis of het Theehuis geldt hetzelfde. Daar is zelfs een groot deel van het terras niet bereikbaar: de grond is te slap en is alleen met treden te bereiken. Dus!

En toch! Ik voel me niet achtergesteld of erger gediscrimineerd. Want mijn lichaam weet niet van discriminatie en wil het ook niet weten. Zelfs als ik een gevoel van achtergesteld-zijn speel – ik ben mens en wil dus in gelijke rechten aanwezig zijn – geeft het zijn prijs. Bij vrienden met wie ik een terras deel, lijken soms hun lichamen, vanuit plaatsvervangende schaamte, ook een prijs te hebben. Ze zeggen vaak, dat er bij de aanleg van het terras niet over nagedacht is. De gebouwde wereld blijkt vanuit één idee over het lichaam gebouwd te zijn. Het is alsof er gezamenlijk een moment van herinnering ontstaat die zegt dat de geest niet de dictator over het lichaam kan zijn. Het is het kortstondig besef dat het lichaam slechts een samenspel met de geest vraagt, hoe het lichaam door OLH ook is gebouwd. Het is daarmee onschuldig en behoudt die onschuld tot het uiteenvalt.

Rien Heukelom, 1 juli 2023

maartenhoutman.nl/toespraken/huissen/december-2000/de onschuld van het lichaam
< Sitemap Tao-zen