Inleiding [download]
Ik zal proberen om iets te bespreken wat eigenlijk niet besproken kan worden, maar laat ik het maar proberen.
Vannacht werd ik wakker en zoals gewoonlijk beginnen de gedachten dan te malen. Ik dacht: dat ken ik nou al zou goed, nou ’ns iets anders. En ik begon op m’n adem te letten. Dat was eigenlijk heel leuk, ik verwachtte niets, ik lette er alleen op hoe de adem ging. Waar hij uitkwam vond ik ook best. Na een poosje werd het heel rustig in me, er was niets anders dan die adem.
En na een poosje voelde ik ook energie stromen. Die was ergens bij een van de organen. Dat was blijkbaar nodig. Toen ik me ervan bewust werd dat de energie daar naartoe ging, werd zij geweldig sterk.
Op een bepaald moment was het voldoende en ging de energie naar een ander orgaan wat blijkbaar ook een beurt moest hebben. Zo ging het door.
Ik had voor het eerst het gevoel dat ik niet iets moest, dat ik alleen maar leefde. En dat ik me bewust was dát ik leefde, dat er een heleboel in me gebeurde wat ik tot nu toe nog nooit ervaren had.
Toen viel het me opeens in waarom ik toch altijd zo’n moeite heb gehad met de figuur van de Bodhidharma, waarvan verteld wordt dat hij de boeddhistische meditatie naar China bracht. Die man hakte iets van zichzelf af om geconcentreerd te blijven.
Dat is toch eigenlijk een gewelddadige toestand, dat ontstaan van zen. Dat is toch ongelooflijk, daar hebben we vandaag de dag nog last van!
Terwijl er bedoeld was dat het vrede zou brengen, bracht het van begin af aan geweld – als het verhaal van de Bodhidharma juist is, daar zijn ze niet helemaal zeker van. Maar in ieder geval menen degenen die het vertellen dat het zo is gebeurd.
Ik denk dat wij zelf moeten gaan ontdekken hoe het geweld in ons is gekomen. Als je dat echt ontdekt, heb je geen schuldgevoel, want dat is onzin. Je ontdekt iets wat je tot nu toe gedaan hebt. En dat is dat. Daar is niks schuldigs aan te beleven.
Maar je gaat dan wel ontdekken als je erover praat, zelfs in een vriendschappelijk gesprek, zoals ik dat vanochtend had, dat er een oude gewoonte komt bovendrijven, er komt een kracht achter om het voor het voetlicht te brengen. En dan is het tegelijk verknoeid.
Dus het is een hele stap als je ontdekt hoe je zelf in elkaar zit. Daar ben je niet schuldig aan, dat wil ik nogmaals heel duidelijk zeggen, het is ontstaan – de maatschappij om ons heen gaat ook steeds meer die kant op.
Dus als je dit van jezelf ontdekt, moet je een heel bewust leven gaan leiden. Zodat je, voor zover het jou lukt – en je weet niet óf het je lukt – niet in de stroom meegaat die er is. En die waarschijnlijk nog sterker wordt…
Maar belangrijk is natuurlijk dat je ontdekt dat dit in jou zit. En dat je je er alleen maar bewust van kunt worden, niets meer. Geen vergoelijking, geen beschuldiging, niks, niks, alleen maar bewust worden.
Maar je realiseert je dan ook hoe moeilijk dat is, bewust worden. Bewust worden zonder rest, bewust worden zonder een voornemen, het uit het bewust worden laten voortkomen.
Als je dat láát, is het totaal anders dan je van jezelf gewend bent. Ik zou haast willen zeggen: het is liefelijk, het is vriendelijk, het is niet uit op het bereiken van iets, het is gewoon alleen maar zijn.
Het is heel grappig, er viel mij een gesprekje te binnen met de heilige, die ik in het kamp meemaakte. Hij zei toen heel vriendelijk tegen me: “Maarten, je bedoelt nog teveel, hè….”
Ik keek daar heel vreemd van op.
Hij zei: “Maar ik heb er vertrouwen in dat je het wel eens ontdekt.”
Dat is alles. Dat is nu vannacht dus gebeurd.
Gesprek (fragment)
– A.: Ik moest denken aan die uitspraak van Gurdjieff, dat het lichaam een eigen bewustzijn heeft. Op het niveau van het lichaam dringt dat beter tot je door, dat het een bewustzijn heeft dat zijn eigen weg gaat, zonder dat wij daar greep op hebben.
– Maarten: En zonder dat jij je daarvan bewust bent. Het enige wat je kunt doen is er alle aandacht aan geven die je hebt.
– A.: Maar aandacht kan weer opzettelijk zijn…
– Maarten: Het werkt alleen als je alléén maar aandacht geeft, zonder verwachting. Én zonder iets te willen bereiken. Je bent eigenlijk alleen nieuwsgierig naar wat het is, in dit geval hoe de adem gaat.
Als je dat lukt, als je geen enkel doel hebt dan te weten te komen wat die adem doet – wat natuurlijk ook een doel is, maar dat wordt je vergeven, dat mag – ga je merken dat het een heel eigen leven is en dingen doet die je niet kunt verzinnen, die er gewoon zijn.
Je gaat ook ontdekken dat de energie op gang komt en op bepaalde punten voelbaar is. Maar het meest merkwaardige is dat, als je je daarvan bewust wordt, die energiestroom plotseling enorm toeneemt. Dus bewustworden is eigenlijk een kracht.
– A.: Maar de vraag is telkens: in hoeverre bemoei jij je ermee, dus: wat is opzet? Zoals jij vaak gezegd hebt: zet de oefening in met je wil, maar laat het daarna gaan.
– Maarten: Dat is niet zo eenvoudig, dat ga je steeds meer merken. Zonder dat je het wilt, blijft dat commando zich herhalen.
– A.: Maar hoe kun je dan überhaupt nog oefenen?
– Maarten: Door op te merken dat je dat doet, dat je dat commando blijft herhalen. Op dat moment houdt het op. Het is eigenlijk aldoor bewust worden wat je aan het doen bent – en niet wat je wou.
– A.: Dus eigenlijk is een oefening één lange ontdekking hoe je de wil gebruikt…
– Maarten: Ja!
– A.: Dus dat is misschien wel de essentie van een oefening.
– Maarten: Althans, als je dat in de gaten hebt.
Ik heb bij mezelf gemerkt – ik doe het al zoveel jaren – dat ik daar altijd overheen gehobbeld ben en in de bedoeling bleef hangen. Maar als het je geschonken wordt om dat te ontdekken, dan is het commando-repertoire weg. Je gaat voor het eerst ontdekken wat er allemaal gebeurt in jezelf.
Dan is het grappige dat het ook ‘macht’ over je heeft, het gaat verder en jij gaat mee. Je bent eigenlijk een begeleider van iets wat in jezelf gebeurt. Dus het neemt het initiatief over.
– B.: Je hebt altijd het idee dat je het beter wilt, dat is die oude roomse opvoeding, we moeten allemaal van elkaar houden …
– Maarten: Ja, dat zijn allemaal moetjes, en die lukken niet. Want je bent niet zo! Ik ben ook niet zo.
– B.: Dat is dus hopeloos, hè …
– Maarten: Nee, het is niet hopeloos, het is een geweldige ontdekking als je ziet dat je zo bent!
Nogmaals, daar heb je geen schuld aan, zo ben je gewórden. Want ik ben ervan overtuigd dat jij geprobeerd hebt niet boos te zijn en zo. En je ziet dat het niet lukt. Dan is alleen maar de vraag: wil je ontdekken waar het vandaan komt dat het niet lukt?
Dat is een hele weg! Want dan moet je eerst gaan accepteren dat je bent zoals je bent en dat je daar niks aan kunt doen.
Dat is al heel wat. De meeste mensen denken, als ze iets bij zichzelf ontdekken: o, ik ben fout geweest!
Als je dat nu eens niet doet, als je nu eens aanvaardt dat je bent zoals je bent, en je afvraagt: moet dat zo blijven?
Dan komt echt de vraag aan bod: wie ben ik eigenlijk, hoe ben ik hier op deze plek gekomen waar ik moet constateren dat ik agressie met agressie beantwoord?
Daar ga je natuurlijk over denken. En dan merk je dat je er niet uitkomt. Dan zeg je: ‘laat ik dan maar eens proberen om contact te krijgen met die agressie in mezelf.’
Zo begint een heel nieuw repertoire.
Je gaat ontdekken: ja, dat is in mij, dat is op een bepaalde manier buiten mijn wil om zo gekomen, kan ik er nog iets aan doen? Je ontdekt dat je onmiddellijk iets wilt gaan doen. En dan ben je weer uit dat bewustworden weg.
Dus dat moet je allemaal opmerken, dat dat niet gaat, je kunt er niks aan doen. Wat dan wel? Dan krijg je die toestand dat je niet meer iets speciaals wilt, je wilt alleen ontdekken wat er in je is.
Wat volgt is dat verhaal wat ik vanochtend verteld heb. Je ontdekt tot je schrik dat het massaal plaatsheeft, niet alleen in jou en mij, maar in de hele wereld. Daar nemen we allerlei maatregelen voor, maar die zijn ook vanbuiten, niet vanbinnen.
Dan ga je steeds meer ontdekken: dat wat buiten mij gebeurt, wat zo vreselijk is, daar kan ik niets aan doen – het is al heel wat als je tegen jezelf kunt zeggen: ‘daar kan ik niks aan doen’ –, maar ik kan wel nog verder naar binnen gaan en kijken hoe het bij mij is.
Je gaat ontdekken dat je daar niets aan kunt doen dan alleen maar steeds dieper bewust worden wat het is, buiten jouw wil om, buiten jouw leven om.
Als die geweldige intensiteit van aandacht tot stand komt, merk je dat jij niet anders hoeft te zijn, dat je eigenlijk anders bént. Maar tot nu toe heeft wat je eigenlijk bent geen kans gekregen in het leven.
– B.: Maar dan denk ik: ik word oppervlakkig…
– Maarten: Je wordt niet oppervlakkig – als je ontdekt dat je er niks aan doen kunt dan alleen je bewust worden hoe jij bent, word je niet oppervlakkig, je wordt heel erg intelligent.
Ja, echt waar! Want wat jij nu zegt: ‘ik word oppervlakkig’, dat is een gedachte. En dit is niet in de gedachte, dit is buiten de gedachte om. Daarom is die vraag heel belangrijk, dat zet je op een heel andere weg.
Wat je wél zult merken, als die vrede in je is, is dat de mensen om je heen anders op je zullen reageren. Dat is absoluut waar. En niet alleen de mensen, maar alles om je heen: opeens heeft de wereld om je heen het gevoel dat ze gezien en gehoord wordt.
Maar zolang jij bezig bent iets te doen, ben je gewoon een van de mensen die daarin iets doet.
< terug naar ‘Niet-dwang’