De missie van Rien

Er zijn maar weinigen die beseffen wat er in de loop van vele jaren is verzet om het werk door te laten gaan. De oprichter gaf er 50 jaar aan.
Ook Rien Heukelom die op een dag in Maarssen aanbood, lang geleden, om de administratie van de cursussen met alles wat daarbij hoort, over te nemen, heeft het karretje gaande gehouden.
MAARTEN HOUTMAN, 'Geschiedenis van de Tao-zen meditatie', 2005
Rien Heukelom was vijfentwintig jaar lang de spil van de cursusorganisatie van Maarten Houtman. Hij trok van 1982 tot 2007 aan de touwtjes: als deelnemer in spe moest je je bij hem melden, waarna je de uitnodiging en de deelnemerslijst ontving en bij aanvang van de sessie zat hij klaar om je te ontvangen. In de eerste jaren rekende je ook de kosten van deelname contant met hem af. Later gebeurde e.e.a. in samenwerking met de stichting ‘Zen als leefwijze’ – door Maarten in 1985 in het leven geroepen als organisatorische tussenschakel en als gezicht naar de buitenwereld. Maar Rien bleef voor de cursisten het aanspreekpunt
In het onderstaande doet Rien verslag van zijn kennismaking met de wonderbaarlijke wereld van Maarten.

Op een dag in november 1974 viel mijn oog op een oranje gekleurd briefje aan de binnenkant van een grote eikenhouten buitendeur van een voormalig woonhuis in de buurt van het Concertgebouw in Amsterdam. Op dat briefje stonden zeven punten die stap voor stap meer inzicht in jezelf beloofden. De precieze formulering herinner ik me niet meer. Later kreeg ik het vermoeden dat ze te maken hadden met de plaatjes uit de zen-traditie over “het temmen van de Os”, maar op een eigentijdse manier verwoord. Ze raakten een gevoelige snaar. Ik schreef me meteen in.

Een week later zat ik samen met ongeveer 10 anderen in een kring in de za-zen houding. Eén keer in de week op een avond kwamen we bij elkaar. De met donker hardhout beklede kamer op de eerste verdieping van het woonhuis deed denken aan een voorbije tijd van een rijke familie. Ik had geen idee wat za-zen was. Maarten had me slechts een bankje gegeven en me verzocht daar op te gaan zitten. Verder zei hij niets. Sommigen zaten met gekruiste benen op een kussen. Anderen zaten, evenals Maarten, op een bankje.

We zwegen, een half uur lang. We werden geacht te luisteren naar het komen en gaan van de adem. Ik hoorde enkel de vogels in de tuin. Na dat half uur gingen we lopen: kin-hin heette het. Geen gewoon lopen, maar met aandacht lopen. Je voeten bewust in contact laten komen met de grond. Regelmatig had de grond het zwaar met mij. Als een zandzak plofte ik op hem neer. Hoe kon het ook anders: met een verschil van vier centimeter tussen beide benen, één onvolwassen been, één pijnlijk been en een zwakke onderrug. Na een paar keer het geluid van een vallend persoon te hebben veroorzaakt, deed ik niet meer mee. Ik bleef op mijn bankje zitten. Maarten zei er niets over. Hij liet het gewoon gebeuren. Hij keek niet eens op of om. Ik keek naar de voeten die langs kwamen vaak met krullende tenen en al dan niet omgeven door sokken.
Een enkele keer hoorde ik hoe Nora (Maartens eerste vrouw) Maarten verordonneerde zijn voeten goed neer te zetten. Toen ik Maarten daarover aansprak, zei hij dat ik me de opmerking had verbeeld. Ik twijfelde en deed er het zwijgen toe; had een oom niet tegen mij gezegd dat ik een kletsmajoor was?

Na het lopen – dat duurde ongeveer vijf minuten – zaten we weer een half uur. Daarna volgden enkele lichaamsoefeningen o.l.v. Nora, waarvan de zin me ontging. Vervolgens kwam de toespraak van Maarten. Zonder briefje, zonder de structuur van een college en ook zonder enige voorbereiding – zo leek het althans – sprak hij over de dingen die me zes jaar eerder zo hadden geraakt. Ik had toen het boek Waarheid en Leven van Krishnamurti (1934), dat ik van een oud-tante te leen had gekregen, bijna in één adem uitgelezen.
Evenals Krishnamurti, vertelde Maarten waar het in het leven eigenlijk om ging. …… Toen ik Maarten een keer tijdens het gesprek vroeg of hij niet hetzelfde zei als Krishnamurti, antwoordde hij kort en krachtig: “Nee! Ik spreek uit eigen ervaring.” Verder niets. Geen toelichting. Ik was verbaasd: hoe kan dit? Twee mannen die onafhankelijk van elkaar over hetzelfde vertellen, dat mij oneindig veel belangrijker leek, dan de teksten in welk studieboek dan ook.

Op de HBS en de universiteit vertelde men mij dat de geleerden voortbouwen of reageren op wat andere geleerden in heden en verleden gedaan en gezegd hadden. Het was de wereld van ‘de kritiese zin’. Alleen zo was er vooruitgang. Maar, hoewel ik me er druk om maakte, raakte die wereld me zelden tot nooit. Hij bezorgde mij eerder hoofdpijn, ik zocht naar vluchtwegen om me er niet mee te hoeven bemoeien. 

Maar de woorden van Krishnamurti en Maarten raakten me diep, ze gaven me een brok in de keel en hielden me wakker. En terwijl het langzaam bezonk, bleef een verlangen achter…
Rien Heukelom, 9 september 2024


terug naar Een kleine beweging ontstaat