Licht en schaduw

Bij de Toespraak v/d maand september 2023

In de jaren 90 vroeg ik tijdens een sessie aan Maarten hoe het kwam dat ik het leed van de wereld altijd ver van me hield, omdat ik het gevoel had dat ik er anders aan te gronde zou gaan. Ik weet zijn antwoord niet meer. Later las ik in een toespraak dat het erom ging dat je je een voelde met het geheel. Maar helaas was ook dat iets wat ik totaal niet ‘begreep’.

Onlangs zag ik een interview op TV. Iemand was alles kwijtgeraakt bij de natuurbranden op Hawaï. Ik keek in zijn ogen en zijn ontzetting en wanhoop vloeiden bij mij binnen. Er was geen ontkomen aan. Is dat het, vroeg ik me af. Was dat wat Maarten bedoelde toen hij zei:

“Ik denk dat wij allemaal, ieder op onze plaats en ieder in onze situatie, mens kunnen zijn doordat we beseffen wat er gebeurt. En dat we proberen de angst, het leed van de vernietiging, in onszelf te verzachten. Erbij te zijn, het op te merken. Zonder sentimentele verhaaltjes, maar gewoon, erbij te zijn.”

Deze uitspraak vond ik in de toespraak van de maand september ‘Licht en schaduw’ uit juli 1993. Misschien wel de sessie waarin ik mijn vraag stelde.

Hij vertelt daar uit zijn jeugd over de oude tuinman die hem paaltjes leerde scherpen. En over mierenleeuwen die hij wilde verhinderen om mieren te eten.

Maar mij geeft hij ook antwoord op mijn durende vraag: “hoe kan ik het lijden in mij toelaten en verzachten.” Er is werk aan de winkel, met vreugde.

Klaaske, 24 augustus 2023

< Sitemap Tao-zen

De tijd op je hielen*

Ik hoor de tijd stromen…
En vraag me af: wat doe ik met die tijd die ons voor dit leven toegemeten is. Blijven we leven volgens plan – zijn we ons bewust dat we leven volgens plan?
Volgens plan leven … dan vergaat de tijd. Letterlijk.
De dieren hebben geen plan, die leven volgens een vast patroon. De mens heeft de vrijheid om zijn patroon te verlaten.
Maarten Houtman, Jij bent het spel.

Eind 2010 zocht ik Maarten Houtman nog een keer thuis op, niet lang voor zijn opname in het ziekenhuis in Bilthoven.
Er kwamen in die tijd regelmatig mensen bij hem op bezoek, familieleden en mensen die nog een laatste keer met hem wilde praten.
Ook ik was dat jaar regelmatig langsgegaan, spontaan of op uitnodiging van Hanna – het ritje ernaartoe in ons stadsdeel Amsterdam-Noord was voor mij een vertrouwde gang, hun huis in Molenwijk een vertrouwde plek.

Maarten ging nu zichtbaar achteruit – ik had nog nooit een stervensproces van zo dichtbij meegemaakt. 
Het was ook vast onderdeel van het gesprek: wat zijn klachten waren, hoe hij geslapen had, of hij z’n bed nog uit kon komen…
Jaap Koster,  timmerman en leerling van Maarten, had voor hem een leren lus gemaakt aan het plafond, waaraan hij zich kon optrekken. En Hanna kreeg in die tijd hulp van een voortvarende vrijwilligster.

Toen ik die dag binnenkwam, kwam Maarten net moeizaam de gang op met z’n rollator. En hij was zich daar ook bewúst van. Hij keek me aan en zei met onvaste stem: “Ik ontdek nog steeds…”

Het was even een schok … ik voelde me er ongemakkelijk onder, mijns ondanks vroeg ik me af: is dit geen farce … JIJ, zoals je nu bent…
Toch was ik diep vanbinnen ook blij met wat hij het zei.

Je kunt je afvragen waarom ‘welzijn’ voor ons zo’n absolute waarde is. Alsof zwakte, ziekte, gebrek, ongeluk, er niet mogen zijn – we willen het zo snel mogelijk vergeten…
Toch lijken zowel ons lichaam als onze geest pas tot bewustzijn te komen, als we ze ‘tegenkomen’, zoals dat heet – dus als we lijden.

Over dat bewustworden van je lichaam, schreef Cees Nooteboom in ‘Rode regen’ , onderstaande vermakelijke passage – net met de boot terug uit Amerika, kwam de auto waarmee hij werd opgehaald, op de kade onzacht in aanraking met een voorligger. Waarna hij had geprobeerd de bumpers uit elkaar te trekken:

“Het leek me een kwestie van tillen.
Vervolgens had ik een rug, en nu, zoveel jaren later, heb ik er nog een. Afgezien van dat tillen, moet het ook iets met schuld en onschuld te maken hebben. Kinderen hebben geen rug, ik kan me er tenminste niets van herinneren. Misschien had ik vroeger wel helemaal geen lichaam. Dat is de paradox: een lichaam krijg je pas als je het kwaad maakt.”

Er zou bij Nootenboom nog een lang traject van de meest wonderbaarlijke behandelaars volgen…[1]

Er is een opmerkelijke parallel in mijn eigen leven – was er bij Nootenboom misschien sprake van bravoure,  bij mij ging het meer om een gestrande poging tot behulpzaamheid:
Op de Nieuwmarkt in Amsterdam ging vlak voor m’n neus een junkie tegen de vlakte. Ik kon het niet aanzien en probeerde hem overeind te trekken – de loden last van een dood gewicht…
Nou, dat heb ik, net als N., geweten… Ik was geknakt, mijn rug ging voortaan m’n leven bepalen…

Eerst probeerde ik oefeningen te doen die ik bij yoga had geleerd, zoals ‘vooroverbuigen’. Maar het had een averechts effect. Toen kwamen we in ons Theosofische vakantieverblijf in Oostenrijk Herr Hans Nickel tegen, die daar Kriya Yoga onderwees. Hij was met me begaan en gaf me een kopie van een boekje met rugoefeningen, dat hij zelf bij zich had.
Terug in Nederland,  kreeg ik in Amsterdam vervolgens wekelijks een ‘sportmassage’ van een bekwame fysiotherapeute.
Maar inmiddels had Maarten het er bij ons al jarenlang  zachtjes ingemasseerd, dat we bij het begin moesten beginnen… Dat het om het hele lichaam ging, om acceptatie, beleving – in wezen om kennismaking met het lichaam.
Dat zette mijn hele wereld op z’n kop – de onderste steen boven…
En het leidde ertoe dat ik ging shaken.

In Vriendjes worden met je lichaam zegt Maarten het volgende over die onbewustheid:
“Als je probeert om vriendschap te sluiten met je lichaam, dan moet je over een geweldige kloof heen. En je moet beseffen dat je inderdaad een grote kloof voor je hebt. En dat die alleen maar geslecht kan worden, doordat je geduldig elke keer opnieuw die vraag aan jezelf stelt: waar is mijn lichaam?
Ik ben er diep van overtuigd, dat als je die vraag stelt en geduld hebt, dan komt het antwoord. Dat komt onmiddellijk. Je voelt onmiddellijk: ah, ja, oh ja, nu ben ik heel, nu kan ik als heel mens ingaan op wat niet duidelijk is. Het is niet dat je daardoor plotseling een oplossing ziet, dat bedoel ik niet. Maar je hebt zelfvertrouwen, omdat je heel bent.”

PS

Toen ik dit blog aan ’t schrijven was, drong plotseling tot me door dat me recent eenzelfde soort ongeluk, met een minstens zo grote impact, nogmaals overkomen is, maar nu vanuit een heel andere hoek – voor mij onzichtbaar. Het zorgde ervoor dat die ‘blinde hoek’ inmiddels visueel bij mij ingebakken is.
Waar een levenspatroon van ‘goed willen doen’ allemaal niet toe kan leiden…

____________________
[1] Cees Nooteboom, De rug van de reiziger, in Rode regen . De Bezige Bij, 2012.

Foto bovenaan: Maarten Houtman in ‘Le Couvent’, Azillanet, Herault (F). Foto Klaaske Fokkens.

*) Titel van een in 2003 uitgezonden tv documentaire over het ouder worden van Sherman de Jezus. In het vierde deel, Het veroveren van de tijd’, staat de naderende dood centraal – het besef dat niet de tijd voorbijgaat, maar jijzelf. Een van de geïnterviewden is Maarten Houtman.

Hein Zeillemaker, 1 augustus 2023

< Sitemap Tao-zen

Zo groeit de bloem in het onbeschrijfelijke

Bij de Toespraak v/d maand augustus 2023

Qingxu, Taoïstische Tempel Yang (eigen foto, 2011)
“Vanochtend werd ik wakker met een heel oud beeld: dat je helemaal in je bekkenbodem zit, en dat je navel naar boven wijst, naar de hemel.
Dat zijn twee stappen. De derde stap moet nog genomen worden: dat de hemel, het mysterie, helemaal om je heen is. Terwijl je tevens heel duidelijk rust in de aarde. Want je bent niet weg van de aarde, je rust erin. Tegelijkertijd ben je in het mysterie.
Het is natuurlijk maar een beeld, maar het geeft heel kernachtig aan waar het om gaat.”

Zo begint Maarten Houtman zijn inleiding ‘Zo groeit de bloem in het onbeschrijflijke’, waarin hij vertelt hoe hij die dag wakker werd ‘met een heel oud beeld’…
Dat gaf er voor mij een bijna mythisch tintje aan en het maakte me ook nieuwsgierig naar welke oude traditie hij verwees. Telkens als ik deze toespraak las, kwam die vraag weer even op – tot ik een dezer dagen Christoffer Schipper ter hand nam en daar onderstaande passage las, die het voor mij een stuk helderder maakte.

Het beeld van de lagere streken van het lichaam volgens de beschrijving van het ‘Boek van het Midden’ komt overeen met dat van een op de rug liggend mens, een voor meditatie in de oudheid gebruikelijke houding. Het hoogste punt van het lichaam, beschreven als de top van de Kunlun, is dan de navel. Heel het landschap van het lichaam ligt dan rondom dit centrale punt gerangschikt:
“In de navel ligt het lot van de mens en zijn naam is Middentop, Grote Afgrond, Kunlun, Eenzame Pilaar of de Vijf Vestingen.”
Maar in verreweg de meeste teksten, om te beginnen in het ‘Boek van de Gele Hof’, wordt de zittende houding aanbevolen en valt de top van de heilige berg samen met de top van de schedel.
Christoffer Schipper, ‘TAO. De levende religie van China’

Van onze allereerste stap op het Zen-pad, zijn wij gewend om te ‘zitten’ – deze toespraak liet me zien dat de wereld van Tao-zen veel ruimer is.
Hein Zeillemaker, 1 augustus 2023


Bij de Toespraak v/d maand augustus 2023

< Sitemap Tao-zen

De onschuld van het lichaam

Bij de Toespraak v/d maand juli 2023

Rien in Maarssen, 26 juni 2011

Bij mooi weer, een zachte wind, geen regen, licht bewolkt en een niet al te hoge temperatuur, is het heerlijk fietsen in Waterland. Vaak fiets ik naar Broek in Waterland of Monnickendam. Maar ook naar Holysloot, het Schoolhuis of het Theehuis in Zuiderwoude. In Broek in Waterland neem ik een kop soep of een kop koffie bij de Wiitte Swaen. Tenminste als op het terras een plek is. Want alleen naar binnen gaan, lukt niet. De stoep is te hoog. De deur staat open, maar voor mij is hij dicht. Naar de wc gaan, zit er ook niet in. Dus moet ik me thuis een luier omgespen. Voor het Schoolhuis of het Theehuis geldt hetzelfde. Daar is zelfs een groot deel van het terras niet bereikbaar: de grond is te slap en is alleen met treden te bereiken. Dus!

En toch! Ik voel me niet achtergesteld of erger gediscrimineerd. Want mijn lichaam weet niet van discriminatie en wil het ook niet weten. Zelfs als ik een gevoel van achtergesteld-zijn speel – ik ben mens en wil dus in gelijke rechten aanwezig zijn – geeft het zijn prijs. Bij vrienden met wie ik een terras deel, lijken soms hun lichamen, vanuit plaatsvervangende schaamte, ook een prijs te hebben. Ze zeggen vaak, dat er bij de aanleg van het terras niet over nagedacht is. De gebouwde wereld blijkt vanuit één idee over het lichaam gebouwd te zijn. Het is alsof er gezamenlijk een moment van herinnering ontstaat die zegt dat de geest niet de dictator over het lichaam kan zijn. Het is het kortstondig besef dat het lichaam slechts een samenspel met de geest vraagt, hoe het lichaam door OLH ook is gebouwd. Het is daarmee onschuldig en behoudt die onschuld tot het uiteenvalt.

Rien Heukelom, 1 juli 2023

maartenhoutman.nl/toespraken/huissen/december-2000/de onschuld van het lichaam
< Sitemap Tao-zen

‘Leven vanuit de levensimpuls’

Bij de Toespraak v/d maand juni 2023

Beuk bij ‘De Herbergier’ in Tiel, waar Hanna Mobach momenteel verblijft.
(foto Klaaske Fokkens)

Maarten verwoordt heel helder waar we vandaan komen (een mysterie), dat we dat vergeten zijn en dat het er in dit leven om gaat onze oorsprong weer te herinneren. De weg naar dat herinneren gaat via het zo bewust mogelijk leven.
Daarmee sluit deze toespraak weer naadloos aan op die van vorige maand ‘Het zit in de heel gewone dingen’.

Ik heb ‘Leven vanuit de levensimpuls’ ook geselecteerd, omdat ik denk dat anderen er wat aan zouden kunnen hebben.

Aloys Baets, 1 juni 2023

Sessie van april 1993
< terug naar Tao-zen Home

De laatste keer

De laatste keer dat ik Maarten Houtman meemaakte, was drie dagen voor zijn overlijden – op 5 januari 2011. Ik had gevraagd of ik – op haar verzoek – een vriendin mocht meenemen, die hem welbekend was: Erna Heijligers.[1] Ze leed al jaren aan kanker, haar ziekte bereikte langzaam maar zeker een kritiek stadium.

Na aankomst in het paviljoen in Berg en Bosch waar hij lag, hebben we met z’n tweeën even aan zijn bed gezeten. Daarna trok ik me terug achterin de kamer, wetende dat Erna graag met hem over haar naderende einde wilde spreken.

Aanvankelijk leek Erna alleen maar afscheid van Maarten te willen nemen en ze bedankte hem voor de steun die ze van hem ondervonden had – totdat Maarten haar op de vrouw af vroeg: “Je had een vraag aan me…?”

Toen vertelde ze hem dat ook zij voor de dood stond…

Hoewel ik het gesprek van een afstand volgde, probeerde ik me toch zoveel mogelijk onzichtbaar te maken.

Ik wilde Erna inderdaad de kans geven met Maarten te praten, ook al bleef ik daar zitten. Helemaal weg gaan kwam niet in me op, het kon wel eens de laatste keer zijn dat ik hem zag…

Op een gegeven moment kwam Hanna, Maartens vrouw, binnen, niet lang daarna vertrokken we. Nog eenmaal hadden Maarten en ik oogcontact. Ik zag zijn rustige, ernstige ogen, die me zeiden dat het altijd zo geweest was en nooit anders zou zijn…

Zo had ik afscheid genomen van een vriend die dertig jaar lang mijn metgezel was op mijn levenspad, we hadden intensief met elkaar opgetrokken. Ik volgde al die tijd zijn wekelijkse – later maandelijkse – meditatiegroepen, en maakte veel van de lange sessies en weekenden onder zijn leiding mee.

Maar we zagen elkaar ook in allerlei omstandigheden van ons privé bestaan. Zo bracht hij me de beginselen van de lay-out bij, zorgde ervoor dat ik een computer ging gebruiken en betrok me van meet af aan bij de stichting ‘Zen als Leefwijze’. Hij bracht ook nieuw leven in mijn huwelijksrelatie, en we sloten vriendschap met de wederzijdse partners.

Maar Maarten was bovenal de mens die er altijd voor me was, die me met eindeloos geduld liet zien dat de grote aanwezigheid zich altijd om je bekommert. En die in de buurt was als ik vast dreigde te lopen of me afwendde in m’n koppigheid.

Zoals veel van zijn leerlingen, was ook ik door het leven getekend; ik was door een diep dal gegaan, waarin de vele aspiraties en idealen van de vroege jaren waren vervlogen. Wat restte was een soort minimaal bestaan, met een gevoel van mislukking en beginnende gebreken aan lichaam en geest.

Wat mij tot deze wonderbaarlijke ontmoeting, deze ‘kans van mijn leven’, heeft uitverkoren, zal me wel altijd een raadsel blijven. Misschien dat de vlam van de aandacht in me nooit helemaal was gedoofd. En ik had een ongelofelijke honger te begrijpen – waarbij ik me weliswaar wel héél ver op de uitzichtloze weg van het waarderende denken had begeven…

Na afloop van ons gemeenschappelijke en tevens laatste bezoek aan Maarten, liepen Erna en ik daar in de buurt nog een eindje door de bossen. De intensiteit die we binnen hadden beleefd, straalde uit op de wereld om ons heen. Terwijl we over de paden liepen, genoten we van het licht, van de natuur, van het leven…

Een paar maanden later kreeg ik een telefoontje van haar partner dat Erna stervende was. Vrienden en bekenden mochten nog een laatste keer langs komen om afscheid van haar te nemen.

Het is een wonder hoe mensen op je pad komen – en je uiteindelijk toch weer alleen verder gaat. Maar de grote aanwezigheid heeft me nooit meer verlaten. Als het een persoon was, zou ik zeggen dat Maarten er nog steeds is. Maar het is er nooit voor je naar believen, steeds als een geschenk – en als een voortdurende herinnering aan het mysterie van het bestaan.


____________________
[1] Erna heeft, vakkundig journaliste als ze was, meegewerkt aan diverse uitgaven van ‘Zen als leefwijze’, waaronder ‘De Tao van Zen’ (2008) en ‘Blijf luisteren, het verhaal gaat verder’ (210) – zie Etalage. Verder staan bij maartenhoutman.nl/…/interviews/  gesprekken die ze had met Maarten en met Nico Tydeman. En voor mij belangrijk: Erna was ook degene die ons heeft leren shaken

Hein Zeillemaker, juli 2021

< Sitemap Tao-zen