De geest geduldig gadeslaan

Toespraak voor febr. 2022
 > Archief Toespraken
Eefde juli 1987 | Vrijdagmorgen
Hanna Mobach, Luchtige belijning, 1992
Koper-lasdraad, 220x100x35cm
Inleiding
[download]


We hebben het telkens en telkens weer gehad over alleenheid, we hebben het heel weinig gehad over eenzaamheid.
Eenzaamheid is het product van oppervlakkigheid, alleenheid is de vrucht van stilte en diepte. Voor eenzaamheid kun je op allerlei fronten maatregelen nemen, alleenheid kun je alleen maar leven. En alleenheid groeit als je geleidelijk aan merkt dat de talen die wij gebruiken in ons leven, geleend zijn van de kermis – dat de talen waar het om gaat, groeien door leed en alleenheid.

Waar het in wezen om gaat, is dat jij opmerkt hoe de toestand van je geest is. En dat je het geduld hebt om die toestand van de geest tot je door te laten dringen. Dat is misschien een van de moeilijkste dingen in de wereld. Wij hebben, zo oud als de mensheidsgeschiedenis is, altijd gemeend dat je maatregelen kunt nemen, dat je dat proces van geduldig gadeslaan door iets anders kunt vervangen. En dat kan niet… Daarom hebben we zo ontzettend veel boeken en daarom hebben we zo ontzettend veel systemen en daarom hebben we zo ontzettend veel leerstelligheid… En we denken bijna allemaal nog in die richting.

En ik zeg jullie: je kunt dat ene proces niet vervangen. Het enige wat je doen kunt, is gevoelig worden daarvoor. Al die oefeningen die we hier doen, zijn daarvoor bedoeld. Maar je kunt in die oefeningen dezelfde leerstelligheid en dezelfde dwang en dezelfde rechtlijnigheid brengen. Dat gebeurt ook aan de lopende band. En dan bereik je iets. Maar het is niet dat kostbare bewustzijn van de werkelijkheid van je geest.

Als jij, doet er niet toe wanneer, op welk moment van de dag, in staat bent om de beweging van je geest tot je door te laten dringen en er niets aan te doen – echt helemaal niets, dus ook  niet je iets voor te nemen en iets te willen, uitsluitend dat – dan zul je merken dat er iets verandert.

En dan ga je iets anders merken. Je gaat merken dat alles in de hele wereld betekenis voor je krijgt. Dan kun je zonder moeite de zon onder zien gaan en niet één gedachte hebben. Je kunt zonder moeite een mens tegen je horen praten en niet één gedachte hebben. Je kunt ’s nachts in je bed liggen, dat je lichaam nog onrustig is, en de stilte van de nacht kan tot je doordringen. En je hebt misschien maar een uur slaap gehad – en je staat toch fris op, omdat de geest accepteert wat er is.
Je gaat merken dat de taal een armzalig iets is, je gaat merken dat het lichaam een taal heeft. Je gaat je bekwamen in het aanraken van de ander. Want alles wat er te weten is, ligt in jezelf, dat ligt klaar. Je hoeft het maar open te dekken, en het is er.
Het geluid van de vogels, van de regen, van het vallen van een blad, krijgt betekenis voor je. Je hoeft niet meer zo nodig in de natuur rond te rennen, want alleen één blik uit het raam is voldoende. Je ziet wat er te zien is, je hoort wat er te horen is. En je blijft in je eigen stilte, die daardoor niet verstoord wordt. Integendeel, die door al die dingen om je heen groter, rijker, inniger wordt.

Ik heb vandaag zomaar plotseling een geweldig cadeau gekregen van Rie, die zo, zonder enige inleiding tegen me zei:  ‘Gisteren was het een reuze kabaal aan tafel, maar het gaf eigenlijk niet. Het werkte rustig in me door, waarin ik stond. En ik vond het goed zoals het was.’
Dat is voor mij een heel groot geschenk. Ik heb altijd gedacht dat dat mogelijk is, dat ik niet die platgetreden weg zou gaan, waar je het zwijgen oplegt en het zitten een ritueel is. Maar er eigenlijk op wedden, en dat zal ik blijven doen, dat dat wat klaarligt in ons allemaal, bij voldoende cultivatie – dat moet natuurlijk wel gebeuren, we zullen moeten oefenen aan die meest dichtbij zijnde kant, daar doet Epi erg zijn best voor – omhoog komt.

Ik denk dat er niemand onder jullie is die beseft – maar ik weet het wel dat het zo is – dat jullie met deze vrije, zachte aanpak heel veel gevechten en frustraties niet hoeven te doorlopen. De punten waar jij vastzit,  komen juist nu heel makkelijk en duidelijk naar voren. Die kunnen onder zo’n streng regime ondergeschoffeld worden en dan ben je een paar jaar bezig met dát goed te doen. En dan loop je toch aan tegen dingen waar je nu al tegenaan loopt, nu je de vrijheid hebt om dat te ontdekken.
Maar het is toch goed om te weten dat de weg is dat je van de buitenkant van de oefening naar de binnenkant gaat. En als je aan de binnenkant van de oefening bent, dan merk je dat het nog maar de buitenkant is – en dan doe je weer een stap, en dan merk je dat het nóg maar de buitenkant is. En zo ga je door. Dat is de weg.

En dan is er een ander heel belangrijk ding bij: maak je geen gedachte over de volgende stap. Doe dat niet, doe dat echt niet. Ik hoor het aan de lopende band…, van mensen die voorzien dat iets zal gebeuren en die daarover denken. Doe-dat-niet. Want je beïnvloedt het op negatieve manier. Denk er niet over. Laat het. Want het enige moment waarop je iets wezenlijks kunt doen, dat is als het moment daar is. Dán is je bewustzijn in de juiste toestand om te doen wat het doen moet. In de tijd vooraf, of de gedachten nou hoopvol of negatief zijn, schaad je het.
Waar ik het nu over heb is een wetmatigheid, dat is geen flauwekul.
Probeer dat bij jezelf waar te nemen, hoe jij in het leven staat en hoe jij in het leven doet. En als je probeert na te laten te denken over dingen die nog niet aan de orde zijn, dan win je bijna zeventig procent van je denkenergie. Bovendien blijf je schoon. En bovendien kun je waarnemen.

Vrouwen die zwanger zijn, doen er echt heel goed aan het proces wat zich daar aan het ontvouwen is, héél minutieus te volgen en geen andere gedachten te hebben. Niet te denken: goh, wat is het gek, ik moet nou nog zus en zo eigenlijk… Maar dat wat daar zich aan het ontvouwen is – het is er natuurlijk allang – maar wat zich dan nog ontvouwen moet in de baarmoeder, dat is het enig belangrijke voor jou die een kind onder het hart draagt. Dat is eigenlijk hetzelfde: maak je geen gedachten.
Probeer van dag tot dag te zijn in het proces waar je in staat. Want dat is het scheppingsproces. Dat is het hoogste wat er is. Je hebt het in werking gesteld, bijna buiten bewustzijn. Als ik het vergelijk met wat het eigenlijk betekent, dan is die daad voor het overgrote deel van de mensen blind. Als je zou kunnen waarnemen wat er gebeurt op zo’n moment, dan zou je je hele leven stil zijn. Dan zou je niet meer opgewonden kúnnen zijn. Dan zou je werkelijk, als je dat zou kunnen waarnemen, dan zou je stil zijn. Als je zou kunnen waarnemen wat de vereniging van het mannelijke en het vrouwelijke is, dan zou je je hele leven stil zijn.
En ik kan zo doorgaan.

Wij leven op een manier die buiten alle verhouding is, die eigenlijk totaal niets te maken heeft met wat er gebeurt. Zonder het te weten en zonder het te willen en zonder ons daarvan bewust te zijn, zijn wij de passagiers van die trein die voortraast. Maar de boodschap van Rie vanochtend is, dat je ondanks het feit dat je daarin zit, er stil in kunt zijn. En dat jij je bewust kunt zijn wat je doet. Daar heb je geen morele wetboeken voor nodig. Als jij je bewust bent, dan weet je wat je doet.

Dan verandert je leven. En daarmee verandert alles om je heen. Eerst alleen maar voor jou, en op den duur voor dat andere. Want jij bent dan voor het eerst een spiegel zonder stof. Zodat dat wat er gebeurt, zichzelf bewust kan worden.
Dat is iets wat veel en veel absoluter is dan al het andere wat wij in ons leven kennen. Alle religies incluis. De religies zijn een afspiegeling van deze niet te vatten grootsheid. En het is echt jammer dat wij elkaar het leven zuur maken om de uitleg van religies. Dat is echt heel jammer. Zoals we elkaar ook het leven zuur maken met het uitleggen van systemen, van methoden, van stelsels, enzovoorts. Het is niet nodig. Het is helemaal niet nodig.
Je kunt stil door het leven gaande,  voortdurend verandering teweeg brengen. Ieder heeft de talenten meegekregen die voor hem het beste zijn. En daar moet je gebruik van maken. En je moet niet de talenten van een ander willen hebben.
Dat is ook één van die afschuwelijke ziekten: de talenten van een ander willen hebben. Dat gaat niet. Ik kan het jullie niet voldoende zeggen, je kunt alleen maar werken met het materiaal wat jou geschonken is. Maar je bent wel gehouden daarmee te werken. En alle tijd die je doorbrengt te verlangen dat het anders zou zijn, is niet alleen verloren zijn, maar het is ook een destructief iets. Laat dat na.
Het heeft een zin dat je een vrouw bent of dat je een man bent. Dat heeft een zin. Probeer niet iets anders te zijn. En probeer elkaar niet te bestrijden, we hebben elkaar nodig. Een man heeft de vrouw nodig, de vrouw heeft de man nodig. Hoewel in deze wereld wij het vrouwelijk principe oneindig veel meer nodig hebben. Het echte vrouwelijk principe – ik bedoel niet die onzin van het feminisme, maar het echte vrouwelijke.
We zijn voortgeraasd op de mannelijke manier. En we zullen tot evenwicht moeten komen door het vrouwelijke in onszelf een kans te geven. Ook de mannen. Zodat ontspanning, begrip, liefde en geduld, vanzelf tot stand komen. Dat we daar weer niet voor hoeven te oefenen.

Dat is echt tragisch, we raken eerst erg ver weg en dan moeten we oefenen om weer terug te komen. En dat hoeft allemaal niet, als je ziet wat er gebeurt. En om te zien wat er gebeurt, is het nodig om stil te zijn. Dus dat jezelf bewust worden van die bezige geest, dat is centraal.
Je bent het op de momenten dat je, bijvoorbeeld bij tai chi, echt heel intens oefent, even die bezigheid kwijt. Dat is heel belangrijk. Maar zie vooral dat die bezigheid er op alle andere momenten van je leven wel is. Dan heeft tai chi het hard te verduren…
Zie dat je ook al die andere momenten los kunt zijn, niet gevangen bent in de trein. Want je zult merken dat je dan zelf wel de wegen vindt waar je verder in komt.
Dan merk je aan de ene kant dat je je vrienden nodig hebt. En aan de andere kant merk je dat je steeds vrijer wordt, steeds losser. En dat je ook buiten de kring van de vrienden, daar rustiger, aandachtiger in staat.

Maar het begint bij die ene zelfwerkzaamheid: dat stil willen staan, en kunnen staan, bij die draaiende geest. En zien hoe destructief dat is, je daarvan bewust worden. En beseffen dat je daar niet een of andere bestaande oefening voor kunt doen. Dat het uitsluitend een kwestie is van aandacht, van liefde. En dat daarin de grote verandering op gang komt.
Die uit zich naar alle kanten. Je wordt voorzichtiger. Een heleboel handelingen die je vroeger gedachteloos maar eventjes deed, die kún je dan niet meer eventjes doen, want je beseft dat in die kleine handeling, jouw hele mens zit. Het doet er niet toe wat het is, maar in alles wat je doet, en ook in wat je denkt, zit jouw hele mens…

Het is grandioos dat je je daarvan bewust kunt worden. Als je dan maar één ding niet doet, en dat is schrikken en denken: dat kan ik nooit voor elkaar krijgen, want het is zo’n warwinkel en het is zo grof eigenlijk, hoe moet ik dat ooit voor elkaar krijgen…
Doe-dat-niet, denk daar niet over. Laat het komen. Wat er ook mag gebeuren, laat het komen. En je zult merken hoe ongelooflijk rijk, sterk en liefdevol je eigenlijk bent. Dat je het allemaal aankunt. Dat alle dingen die je gedacht hebt, dat die anders zijn. Want het was alleen maar een bedenksel, het was niet de werkelijkheid.
Dan leef je in dezelfde tijd tien levens, tegen dat ene leven wat je nu leeft. En dan komt alles op de juiste tijd.
Dat is ook een van die merkwaardige dingen die wij blijkbaar niet kunnen leren. De dingen te laten komen op de juiste tijd. Elke seconde die je daarvan af probeert te halen, kost je het tienvoudige aan energie en brengt verwarring. Laat de dingen zich aandienen. Zorg alleen dat je gereed bent. Dat betekent dat je wakker bent en dat je geen eisen vooraf hebt.

Het is eigenlijk heel eenvoudig, wat ik zeg, maar voor ons is het blijkbaar erg moeilijk. Want we willen eigenlijk altijd naar regels die het ons makkelijk zullen maken – denken we dan – om de dingen te doen. En dat is het paard achter de wagen. Want wat is het eigenlijk, waarom willen we die regels? Dat is heel interessant. Waarom willen we zo graag regels? Omdat we dan kunnen maffen. Daarom willen we regels. Als je beseft waar het om gaat, dan moet je elk moment wakker zijn.

Ik heb het nu over regels, ik heb het niet over wetmatigheden. Er zijn wetmatigheden, die moet je kennen. Maar die ken je ook alleen maar als je er stil bij staat. Het is heel wijs van wetmatigheden gebruik te maken. Dat zijn twee verschillende dingen.
Maar heb jezelf in de gaten als je op zoek bent naar regels. Want je wilt zo graag eigenlijk dan eventjes maffen. En daar breng je dan een heleboel tijd in kwijt – ik ken de verhalen allemaal.

Nou, wat ik nu vanochtend gezegd heb, is zo eenvoudig, dat kunnen jullie allemaal toepassen. Je moet het alleen doen. En dan kom je alle dingen tegen die je tot nu toe buiten de deur gehouden hebt. Die kom je gewoon tegen. Dat is de schoonheid ervan, zodra je de vrije weg gaat, kom je alles tegen wat je tegen moet komen. En als je daarvoor dan dankbaar bent dat je het tegenkomt, nou, dan garandeer ik jullie, dan heb je een geweldig leven.

naar boven

<< Terug | Einde