‘Niet-dwang’

Het dilemma van de oefening

“Dat is waar we aldoor omheen cirkelen: Hoe kun je mediteren zonder bedoeling? Hoe kun je doen zonder begeerte? Hoe kun je kijken en alleen maar toelaten? Hoe kun je horen en alleen maar doordrongen worden?
Dat is het hele mechanisme, in die paar regeltjes neergelegd. En over die paar regeltjes is een heleboel heisa – zeker in het kamp van de mensen die denken dat je meditatie kunt dwingen.
Je vraagt je echt af, wat wij hier doen, dat is georganiseerd, we hebben afgesproken om hier te komen, we hebben een dagindeling, we doen allerlei dingen, en dat heeft een bedoeling, dat is duidelijk. En hoe verhoudt zich dat met die ‘liefelijke geur van meditatie’, zoals Krishnamurti dat aanduidt – wat even ongrijpbaar is als de wind, even onvoorspelbaar als het weer en de gedachten van een ander.”
Maarten Houtman, ‘De liefelijke geur van meditatie’, Vijfdaagse mei '85 in Eefde.

Zonder bedoeling zijn

“Je realiseert je dan ook hoe moeilijk dat is, bewust worden. Bewust worden zonder rest, bewust worden zonder een voornemen, het uit het bewust worden laten voortkomen.
Als je dat láát, is het totaal anders dan je van jezelf gewend bent. Ik zou haast willen zeggen: het is liefelijk, het is vriendelijk, het is niet uit op het bereiken van iets, het is gewoon alleen maar zijn.
Het is heel grappig, er viel mij een gesprekje te binnen met de heilige, die ik in het kamp meemaakte. Hij zei toen heel vriendelijk tegen me: “Maarten, je bedoelt nog teveel, hè….”
Ik keek daar heel vreemd van op.
Hij zei: “Maar ik heb er vertrouwen in dat je het wel eens ontdekt.”
Dat is alles. Dat is nu vannacht dus gebeurd.”
Maarten Houtman, ‘Zonder bedoeling zijn’, Vijfdaagse december 2005 in Mennorode.

Waar meditatie begint

Wat je opmerkt zijn de bewustzijnsbeelden die opgeroepen worden door zintuiglijke prikkels van buiten – gezicht-, gehoor-, tast, geur-, smaak- en gevoelsprikkels.
Ook prikkels van binnen – door herinnering, het je indenken, voorstellen, verlangen naar, bang zijn voor – roepen beelden op, wel of niet gekleurd door gevoel.
De prikkels, omgezet in impulsen, worden in je bewustzijn vertaald tot een voorstelling, indruk of ervaring.
Of het een juiste vertaling is weten wij niet.
Alles wat je zintuiglijk, in vertaling, ervaart is in voortdurend ontstaan en vergaan, in een tempo van nauwelijks waarneembaar langzaam tot razend snel. Dit verschil in tempo, door de hele schepping heen, gaf ons de indeling van het levende en dode in.
Wat je via de zintuigen in vertaling bereikt, is de steeds veranderende uitdrukking van het tijdloze ‘er zijn’ dat zich onophoudelijk in tijd en ruimte manifesteert.
Zodra je beseft dat al je ervaringen uit de uitdrukking van het ‘er zijn’ voortkomen en niet het ‘er zijn’ zelf zijn, richt je aandacht zich naar binnen, naar het bewustzijn, dat ook uit het ‘er zijn’ is.
Meditatie is het ongestoord en onafgeleid daar zijn waar het ‘er zijn’ overgaat in de manifestatie ervan, zonder het contact met wat zich aan de zintuigen voordoet te verliezen.
Dit stille gewaarzijn, een onwilsmatig verzameld zijn, verbindt je vanuit het ‘er zijn’ met al het gemanifesteerde.
Alle oefeningen die in dit weten geworteld zijn helpen de situatie te scheppen waarin dit ‘éénworden’ kan plaatshebben.
‘Waar meditatie begint’, Inleiding Tao-zen, de weg van niet dwang, 1988, pag. 11-12

< terug naar Tao-zen oefenen