Was het in ’89?
De Kosmos in Amsterdam hield Open Dag. Lijda vroeg: ga je mee een middagje rondneuzen, er gebeuren daar boeiende dingen.
We snuffelden aan etherische oliën en masserende meesters.
Tot we langs een zaaltje liepen waar het beduidend drukker was dan elders. We kwamen niet verder dan de deurpost, handen in de zakken ( ik weet het nog) leunde ik schuin achterover, in afwachting van wat komen ging.
Omringd door mensen zat een kleine man te wachten tot het tijd werd om van wal te steken.
Het was vol, ik schreef het al, mensen hingen zo ongeveer aan het plafond om er nog bij te kunnen.
Ik hoorde een speld vallen.
Toen begon Maarten zijn toespraak.
Na een paar minuten wist ik: dit is het. Een zucht van verlichting (?!) ontglipte me.
En nu, vele jaren en sessies later, me afvragend wat het voor me betekend heeft, wat het me doet, kan ik nog altijd zeggen: dit is het.
Maarten, dank je wel.
Ingrid Bakker, in: ‘Luisterend naar Maarten’, april 1998