De wereld die wij ervaren

Inleiding
[download]


De wereld die wij ervaren is onze ervaringswereld. Die wereld bestaat dus nergens anders dan in ons. Of ook mijn ervaringswereld bestaat uitsluitend in mij.

En de wijze waarop ik de wereld ervaar is afhankelijk van mijn zijnstoestand. Als ik de wereld als beangstigend ervaar, of juist als ik er blij mee ben, of als ik lijd wat voor mijn gevoel vanuit de wereld komt, dan zijn al die ervaringen een gevolg van mijn zijnstoestand. Of ook, wat in de wereld gebeurt, werkaat zich in mijn bewustzijn op deze wijze, zoals ik het ervaar, door de manier waarop ik ben.

De ervaring is zo, omdat ik ben zoals ik ben. Beseffen we dat eigenlijk wel? Beseffen we dat ik de ervaring ben? Ik ben de ervaring en het hoeft helemaal niet zo te zijn dat wat ik ervaar aan de wereld overeenkomt met dat wat er in de wereld gebeurt. Als ik dus de wereld ervaar als verdrietig, als benauwend, als pijn, of als vreugde, dan moet ik heel duidelijk zien dat het grootste gedeelte van die ervaring in mijzelf ligt en niet van de wereld is.

Wat er in de wereld gebeurt is een aanleiding om al die verschillende zijnstoestanden in mij te activeren. Ik zeg dan dat de wereld me overweldigt of blij maakt. Maar ik zou moeten zeggen dat wat in de wereld gebeurt maakt me blij of overweldigt me.

Alle veranderingen die ik buiten me aanbreng zijn maar een fractie van datgene wat ik eigenlijk wil veranderen. En eigenlijk wil ik mijn ervaring veranderen. Dat betekent mezelf veranderen.

Als ik dus iets in de wereld wil veranderen, waar mijn invloed overigens heel beperkt is, zal ik aan het begin moeten beginnen en dat is mezelf. Zoals ik ben laten veranderen door aandachtig te zijn. Dan heb ik een uitgangspunt om in de wereld iets werkelijks te doen.

Maar als ik dat wil ondernemen, moet ik eerst weten wie ik ben. En dat betekent dat ik me bewust moet maken hoe die wereld die ik ik noem eruit ziet. Want in feite schep ik van seconde tot seconde de wereld in mezelf.

Dat wil zeggen, door de signalen van buiten, door de zintuigen, wordt in mijn bewustzijncentrum datgene opgewekt, verbeeld, wat ik dan noem de wereld, of de situatie, of de gebeurtenis, of de andere mens. Het begint ermee dat ik weet dat ik dus voortdurend de wereld in mezelf, in mijn bewustzijn herschep. En dat betekent dat ik heel wakker moet zijn.

Oplettend, om op te kunnen merken hoe het in mij gebeurt. Dat wat van buiten tot mij komt, en dat wat van binnen tot mij komt, wordt omgezet in wat ik dan noem die ervaring. En dat betekent dus dat ik niet meer mag vluchten in gedachten.

Want als ik in gedachten ben, mis ik wat er op dat moment gebeurt, buiten en binnen me. Dat betekent dat ik bij alles moet zijn wat zich voordoet. Dat ik wat van buiten tot mij komt, wat ik zie, wat ik hoor, wat ik ruik, wat ik voel, wat ik tastenderwijs tot mij laat komen, dat ik dat alles moet ervaren en waarnemen.

Dat ik erbij moet zijn. En dat ik dus niet in een gevoel kan blijven hangen, of in een gedachte, maar dat ik het geheel, als geheel, moet kunnen waarnemen en ervaren. Want dat is een toestand die wij eigenlijk niet kunnen kennen.

We zijn altijd, als het ware, in een halfslaap, zodat we missen wat er al door gebeurt. Een dergelijke graad van oplettendheid vermoeit je in het begin heel erg. Maar dan is het ook goed om het op te merken dat je vermoeid bent.

Want dan kun je er wat aan doen. Als je je bewust bent dat deze wijze van ervaring je heeft uitgeput, dan kun je maatregelen nemen door heel bewust te gaan rusten, zodat er weer energie ter beschikking komt. Maar meestal is het zelfs zo, dat als je opmerkt dat het teveel is, dat dan alweer nieuwe energie ter beschikking komt.

Maar je bent nu dus bewust in het leven aan het ervaren. Niet door een opzet van de wil, maar omdat je die diepe belangstelling voor jezelf hebt, die het mogelijk maakt om zo oplettend te zijn. Dit alles geldt voor het moment dat je wakker wordt en de dag ingaat, op je kussen of bankje gaat zitten, je bast, aankleed, ontbijt, naar je werk gaat of het huishouden gaat doen en de kinderen voor school klaar maakt, of het kleine kindje verder verzorgt.

Het geldt voor alles wat je doet en hoort en ziet en ervaart. En dat is niet weinig. En je merkt dan ook dat die dag die voor jou vroeger zo vaak voor een groot deel uit herhaling bestond, plotseling een totaal andere glans en andere gevoelswaarde heeft gekregen.

Het is niet meer een gewone dag. Het is een unieke dag uit je leven, waarin zoveel gebeurt dat je je niet meer voor kunt stellen hoe het vroeger was. Toen je nog in de halfslaap was, nog niet bewust dat jouw ervaringswijze afhankelijk is van jouw instelling, van jouw oplettendheid, van jouw wijze van zijn.

Het lijkt wel dat de kamer en het huis waarin je woont nieuw is geworden. Terwijl je heel goed weet dat er materieel gezien niets veranderd is. Maar jouw vermogen om dat huis te beleven is veranderd.

En daarmee is voor jou het huis, de kamer, de situatie, de dingen om je heen veranderd. De vraag is dus eigenlijk, let je op of droom je je leven? Ben je erbij met al je vermogens of merk je vanuit de halfslaap als op een afstand wat er zich in je en buiten je voltrekt? Je kunt, en wij kennen meestal niet veel anders, in die halfslaap, in die dagdroom, kun je het eens zijn en oneens, kun je vriendschappen sluiten, kun je gelukkig zijn en ongelukkig. Maar het is niet datgene wat eigenlijk plaats heeft.

Om dat wat plaats heeft, in je en buiten je, wezenlijk te kunnen ervaren, moet je weten hoe je bewustzijn werkt, wat het doet, hoe het aan jou alles voorttovert door jouw wijze van zijn, en dat je dat alles moet doorbreken, dat je daar doorheen moet, om het eigenlijke, het directe, het onmiddellijke waar te nemen, dat wat geen uitstel vraagt, waar het verleden niet bij kan, en waar jij alleen maar in het moment zelf volledig in aanwezig kunt zijn, om dan weer verder te gaan. Let op, want je tijd is kostbaar, en je leven is vanuit deze wetenschap maar heel kort. Je hebt dan helemaal geen tijd meer voor de zogenaamde problemen, want er doet zich steeds iets nieuws voor, iets wat eigenlijk nog onbekend was, en daardoor ontloop je die energieverspilling en die frictie van het hebben van een probleem.

De sleutel is dus dat je op moet letten, zodat je er zo bij bent, dat alles wat uit het verleden tot nu toe altijd op je inspeelde, en je belette om echt waar te nemen, door die intense aandacht voor jou afwezig is, al blijft ze in je herinnering natuurlijk opgeslagen. Laat niet af te proberen op te letten, want dat opletten is eigenlijk een meditatie. Het is niet het volbrengen op minder of betere wijze van de oefening, het is niet het volbrengen van de regels, het is niet eens het begrijpen van alles wat ermee te maken heeft, maar het is het erbij zijn, het volledig wakker erbij zijn, zodat niets je ontgaat voor zover jouw bewustzijnsvermogens je daartoe in staat stellen.

En als je dan een keer moe bent, dan weet je ook wat je doen moet, namelijk echt rusten, diep ademend rusten, en niet zoals je gewend was je verstrooien, want je verstrooien betekent weer opgaan in de halfslaap, die je tot nu toe het leven genoemd hebt.


naar boven