De verbinding tussen het voorlopige leven en dat andere leven

Inleiding
[download]


Nu volgt de tweede inleiding van het weekend januari februari 81. Zoals wij leven, merken wij één leven op, namelijk dat die tijd en ruimte, dat verlogen is. Dat we tegelijkertijd een ander leven leven ontgaat ons.

Met het andere leven bedoel ik het leven in de oorsprong, dat nooit begonnen is en nooit eindigt. Wat is de verbinding tussen die twee levens, waarvan het ene maar zeer gedeeltelijk tot ons doelt nu, namelijk het verlogen? Wat is de verbinding tussen dat verlogen leven en dat leven buiten de tijd? Het zijn twee dingen, dat is inspanning en humor. Inspanning om ons bewust te brengen hoe dat verlogen leven is.

Hoe het functioneert, wat het uitbreidt in ons werk, in ons huwelijk, in ons gezin, in onze relaties met mensen, met dieren, planten en dingen. Dat leven waar we eerderzins bewustzijn van hebben. Met onze inspanning geldt om daarvan nauwkeurig leed te krijgen.

Nauwkeurig, omdat anders het allerbelangrijkste ons ontgaat. Het allerbelangrijkste zijn namelijk die hiëten. Die hiëten die onophoudelijk zijn tussen ons gevoel van erg te zijn en pauzes die we niet bewust zijn en ook niet ervaren.

De inspanning die meditatie heet, geldt het op leren merken van de hiëten. De hiëten zijn onnoemelijk veel belangrijker dan datgene wat we denken, wat we voelen, wat we ervaren. De hiëten zijn de onbewuste, althans voor ons, onbewust gebleven tijdstippen waarin het tijdloze binnenbreekt en ons wegneemt van deze voorlopige toestand van zijn.

Dat is de een. Humor is de andere kant. Humor betekent geleidelijk aan gevoel krijgen voor de betrekkelijkheid van het verloop.

En alleen hij kan humor hebben die in de grond onbekommerd is, zorgeloos, zonder zorgen. Omdat hij weet dat wat er ook gebeurt, hij gedragen wordt door en geborgen is in de oorsprong. De oorsprong die je met je geboeite verlaat om een tijd lang in het voorlopige te zijn.

Waartoe je terugkeert als het voorlopige sterft. Dat is de eigenlijke volle betekenis van in het leven staan. Zodra je daar ook maar enigszins weet van hebt, die hiëten, elke dag, van moment tot moment, kunt opmerken, ontstaat er echte onbekommerdheid.

Omdat je weet en ervaart en beleeft dat je geen moment uit dat moeitevolle leven, in tijd en ruimte, dat je geen moment weg bent uit de oorsprong. Die niets van de tijd is. En die in alle religieuze stelsels op een andere wijze, maar toch eender, beschreven is.

Waar we heel veel omheen gebouwd hebben. Maar het gaat erom om heel direct te ervaren dat het er is en dat jij dat bent. En dat jij die ene mens bent, die in die oorsprong, die bestemming heeft, die gaten, die tekortkomen, die mogelijkheid.

Omdat je niet meer rukt en trekt aan wat mogelijk is, nog aan wat onmogelijk is, maar dat je probeert om die bestemming die in jou ligt, die jij bent, volledig te leven. Niet afgeleid door alles wat tot je komt. Ik bedoel, dat het er is, dat wat tot je komt, dat is noodzakelijk.

Daar kun je niet omheen. Maar zodra je verliest in dat wat tot je komt, dan ben je weg uit de oorsprong. Dan ben je weg uit jezelf.

En dat we hier zijn en leven hebben en een lichaam en een stem, is toch ook op dat we volbewust hier zijn. Volbewust betekent in de oorsprong en vanuit de oorsprong hier. En ons leven, dat we leven, is meestal uitsluitend die hele vage, onbeleefde, ondoorleefde, gefantasieerde uitdrukking van het echte.

En daarin zijn we een leven lang verloren. Meditatie spant zich in. Om bewust te maken dat we van de ene hiaat naar de andere leven.

En dat we ons bewust worden hoe dat gaat. En dat we leren in de hiaten te rusten. Terug te zijn in de oorsprong.


naar boven

<< Terug | Einde