De duivel zit in de details

 

✏️ NOTITIE bij de De legende van koning.

“Koning David was niet zo’n vreselijk lieve jongen geweest. Dus de duivel meende dat hij aanspraak kon maken op koning David als hij stierf.”

Met deze woorden begint Maarten Houtman zijn toespraak De legende van koning David.
Die ‘strijd om de ziel’ van koning David plaatst ons terug in een tijdsgewricht, waarin de wereld nog in dit soort – voor ons – archaïsche beelden beleefd werd. Maar het zijn wel beelden die diep in ons collectieve bewustzijn verankerd zijn – ook al heeft de Westerse filosofie de ziel dan al eeuwen geleden gediskwalificeerd als ‘the ghost in the machine’…


Ik kreeg grote behoefte aan een kleine geheugensteun: wat stond er ook weer over koning David in de Bijbel?
Om dat te weten te komen, zocht ik mijn toevlucht tot Het boek van alle boeken, de hervertelling van de Bijbel van Roberto Calasso, die als geen ander in staat is de mythologische verhalen van de mensheid opnieuw tot leven te brengen – zoals hij dat ook deed met de mythen van het oude India in zijn magistrale boek Ka, dat een lievelingsboek van Maarten Houtman was.
Hoewel het Oude Testament mij als kind van gereformeerde huize wel enigszins vertrouwd is, leest Het boek van alle boeken’ alsof je een onbekende wereld betreedt. En wat voor wereld…
Hier de passage die Calasso wijdt aan de laatste dagen van koning David, waarbij hij het Bijbelboek 1 Koningen volgt:

“In zijn laatste jaren hield David meer van studeren dan van oorlog voeren. Jahweh had gezegd dat hij op een sabbat zou sterven. Elke sabbat was David volledig verdiept in de Thora, omdat hij wist dat de doodsengel iemand die de Thora bestudeert niet kan treffen. Zijn aandacht was geboeid, vloeiend, constant.
Uit de tuin klonk een geluid. David keek op en zijn ogen werden overstelpt door een bonte schittering. De tuin stond in volle bloei.
Wat was dat geluid? Een lokroep? David stond van tafel op, nog steeds in gedachten, bewoog zich langzaam naar het venster. Hij keek recht voor zich terwijl hij de paar treden afdaalde die hem van de tuin scheidden. Hij stapte mis en viel, sloeg met zijn nek op de stenen.
Zijn levenloze lichaam bleef in de zon liggen, omdat het sabbat was en niemand het zou mogen aanraken. Maar al snel cirkelden vier adelaars om hem heen en zorgden met hun vleugels voor schaduw, als onder een zwarte tent.”


Op dit punt gekomen, vertelde Klaaske me over het boek van Yuval Noah Harari, ‘Sapiens; een kleine geschiedenis van de mensheid’. Daarin stelt dat hij dat de mensheid met behulp van symbolen en mythen in staat was in steeds grotere verbanden te leven – allemaal dankzij het voor ons specifieke vermogen tot verbeelding.
En ik vroeg me toen af hoe het dan zat met de wereld die mij als kind overgeleverd is en die ik nu als beeld bij me draag: de verhalen van het Christendom en de Messias, en alles wat de Concilies daar nog bij bedacht hebben: de Drieëenheid, de Onbevlekte Ontvangenis, enzovoorts.

Je kunt dit eenvoudigweg ‘cultuurrelativisme’ noemen, maar bij mij was het een bijna lijfelijke schok om te ontdekken dat ik, ondanks al die levende verhalen van Maarten die ik door me heen had laten gaan – met hun diepgang en brede horizonten – nog zó vast blijk te zitten aan het referentiekader dat ik als kind meegekregen heb.
Maarten had me bij diverse gelegenheden erop gewezen: ‘Joh, jij zit nog steeds zo vastgeketend aan je afkomst…’ En dan dacht ik: heeft hij het over mij? Maar ik ben toch geëmancipeerd…

In de middag gaat Maarten dieper op dat moment van ‘afgeleid zijn’ van koning David in:
“Ik wil nog een kleine aanvulling te geven op de legende van David. Dat er het moment is dat hij overweegt: ‘zal ik nou gaan slapen’ en dan naar buiten kijkt. Voor ieder mens geldt dat hij een paar momenten op de dag heeft dat hij onbeschermd is, dat hij eigenlijk én er zelf niet is én nog niet in de bescherming van het wezenlijke is – als hij slaapt is hij in die grote bescherming.”
Zelf ken ik dat gevoel van onbeschermd zijn, als ik ’s ochtends wakker wordt en me verloren voel in de wereld. Dan is er iets in mij wat probeert ‘in contact te te treden’ – ik ben altijd zielsdankbaar als dat gebeurt en ik me weer veilig voel. Een ander kan je daar soms bij helpen.

Hein Zeillemaker

NB
In de NRC van 25 januari 2024 stond een artikel Palestijnen maken plaats voor ‘de tuin van de koning’. Daarin wordt verteld dat er in Oost-Jerusalem een bijbels themapark wordt gebouwd met die naam – met voor de toeristen een kabelbaan naar de Olijfberg en Gethsemane. Opgravingen moeten er de Joodse claim op het land ondersteunen.
Een kabelbaan naar Gethsemane… Zo is het dus met de mythes van mijn jeugd gesteld.

Sitemap Tao-zen
Bovenaan:  Jan Victors: De stervende David geeft Salomo instructies, 1642